In de loop van de tweede helft van de 17de eeuw hadden de Zuidelijke Nederlanden te lijden onder de tanende macht van de Spaanse vorsten waardoor het een speelbal werd in de handen van de grote Europese mogendheden. Aan de ene kant was er de druk van de Franse noordelijke expansiedrang terwijl aan de andere kant de Verenigde Provinciën en Engeland van onze gewesten een buffferzone wilden maken tegen Frankrijk. De Spaans-Habsburgse vorst Karel II gedoogde deze politiek omdat op die manier een antwoord kon worden geboden tegen de oprukkende Franse troepen. Met de dood van Karel II in het jaar 1700 veranderde de situatie in Europa ingrijpend.
Omdat er geen troonsopvolger was, kwam het Spaanse rijk in handen van Filips van Anjou, kleinzoon van Lodewijk XIV. De Zonnekoning zag zich ten noorden en ten zuiden van zijn land omringd door een bevriende natie. Dit was niet naar de zin van de Nederlandse Republiek en van Engeland. Hun weigering, gesteund door de Oostenrijkse Habsburgers, om Filips van Anjou, voortaan Filips V, als legitieme vorst van Spanje te erkennen, was voor Lodewijk XIV de aanleiding om in 1701 onze gewesten andermaal militair binnen te vallen. Dit was het begin van de Spaanse Successieoorlog.
Engeland en de Hollandse Republiek sloten samen met Oostenrijkse keizer een Grote Alliantie die werd versterkt door Denemarken en een schare Duitse vorsten. Een grote militaire doorbraak in onze contreien kwam er in mei 1706 toen de geallieerde legers nabij Ramillies de Frans-Spaanse troepen konden verslaan en verder konden oprukken naar het noorden. Op 11 juli 1708 versloeg de hertog van Marlbourough bijgestaan door Eugène van Savoye andermaal de Fransen nabij Oudenaarde. Onmiddellijk daarna werd begonnen met het beleg van Rijsel dat later dat jaar zou vallen.
Ondertussen begon de Grote Alliantie barsten te vertonen. In 1711 waren geheime vredesonderhandelingen gestart tussen Engeland en Frankrijk die zouden uitmonden in een wapenstilstand in 1712. Op 11 april 1713 tekenden de Republiek en Frankrijk het Vredesverdrag van Utrecht dat later werd aangevuld met vredesverdragen tussen Spanje en de maritieme mogendheden Engeland en de Republiek. In 1714 kwam er ook een akkoord tussen Frankrijk en Oostenrijk. Voor onze gewesten betekende dit dat de Oostenrijkers het hier voor het zeggen kregen.